De leden worden gekozen op grond van hun jarenlange spirituele beoefening, bij heftige verhalen niet verstrikt raken in eigen emoties en gewoontes, een ruim inlevingsvermogen in anderen hebben, (inclusiviteit kunnen omarmen), en ruime ervaring met begeleiden van psychische problemen, bemiddelen in conflicten en afhandelen van klachten vanuit hun werk en opleiding.
Van hen mag worden verwacht dat ze in staat zijn tot ruim begrip, oprecht mededogen, onbevooroordeeld luisteren, liefdevol kunnen begeleiden, helpen de-escaleren, en zo nodig verwijzen naar de juiste autoriteiten.
De leden van de Interne Vertrouwenscommissie dienen het vertrouwen van de Sangha’s te hebben om te kunnen ondersteunen en beslissingen te kunnen nemen.
De leden gebruiken hierbij wat Thich Nhat Hanh ons heeft geleerd: diep luisteren naar de hulpvrager, steunen om de emoties gewekt door het conflict te helpen accepteren, onderzoeken en helen, zodat dieper begrip en mededogen voor zichzelf kunnen ontstaan. Daarmee ook meer helderheid en ruimte om de ander beter te begrijpen.
Zodat met mededogen spreken weer mogelijk wordt, er begrip voor elkaar kan ontstaan.
Om bij een conflict tot een dialoog te kunnen komen is er dus bereidheid nodig om naar eigen emoties en die van elkaar te willen luisteren, deze te willen onderzoeken;
de bereidheid om zoveel mogelijk te willen denken en spreken in ik-vorm (bijvoorbeeld ik vind het lastig om met jou te praten i.p.v. veroordelend: met jou valt niet te praten).