Poor Men’s Temple Bell
Door Sandra Alderden
Hoe je zelf een tempelbel kunt maken.
Bellentik
In en rondom ons huis zijn allerlei soorten bellen en klankschalen te vinden. Naast vele andere dingen die ik van Plum Village heb meegenomen, is mijn “bellentik” er zeker één van. Ik hou van de klanken in alle soorten en maten. De heldere noten van de koshi windgong, maken me altijd blij.
De diepe bariton van mijn goudkleurige klankschaal, die zo groot is als een soeppan, voel ik vibreren tot in mijn buik. De zelfgemaakte bel waarop iedereen slaat nadat ze een wens in onze wensboom hebben gehangen klinkt vaak hoopvol. Maar ik heb ook een koperen tafelbelletje die ik in een brocante winkeltje vond. Zij laat mij altijd een pietsje in één krimpen. Waarschijnlijk was haar eerste eigenaresse een ongeduldig mens die het belletje venijnig hard liet wapperen om het dienstertje te laten komen. Tenminste dat denk ik in zijn geklingel nog steeds te beluisteren.
Het diepe gezang van een grote bel
Als de wind net de goede kant op staat en ik per ongeluk met de kippen vroeg opgestaan ben, dan kan ik vanaf ons plekje de diepe klanken van de grote buitenbel van de Lower Hamlet horen. Het gezang van de zuster komt niet op de boerderij aan, maar in mijn hoofd neurie ik zachtjes mee. Dat was wel een favoriet moment in Plum Village om als eerste wakker te worden en buiten onder de sterren zingend de dag te openen terwijl je die hele grote bel mocht uitnodigen. Stiekem heb ik al jaren een wens voor een grote bel bij ons op de boerderij.
Poor men’s temple bell
In Azië wanneer de tempels arm zijn en ze zich geen bel kunnen veroorloven, maken ze een bel van een gasfles; een poor men’s temple bell heet dat. Afgelopen winter hebben wij eindelijk een zendo gebouwd op onze plek. Een prachtige semi-open groepsruimte waar de natuur en groepswerk samenkomen. We hebben de ruimte gebouwd in de vorm van een orangerie. Een ruimte waar semi-tropische planten zoals onze Bananenboom, Citroen Afrikaantjes en de Chinese Guave stilletjes mee ademen tijdens de meditatie of wat meedeinen op mantra gezang. Een mooie grote bel zou hier zo goed passen. Bij de “déchetterie” (het grofvuil) viel mijn oog ineens op een grote lege gasfles van 50 liter inhoud die in een hoek was weggezet. Christian, het opperhoofd van de déchetterie, juichte het toe dat we iets wilde meenemen van het grofvuil in plaats van dat we spullen kwamen brengen. De gasfles werd ingeladen en thuis gingen we aan de gang.
Hoe maak je je eigen bel
Nu ga ik vertellen hoe we de bel maakten, maar misschien moet ik er toch voor de zekerheid een disclaimer bijschrijven; doe dit niet thuis na. Het is natuurlijk helemaal geen goed idee om in een gasfles te gaan zagen, maar met behulp van YouTube vonden we de meest veilige manier. Heeeeel voorzichtig, maar met kracht kregen we de bovenste kraan los. Eventueel overgebleven gas kon nu ontsnappen. Daarna vulden we de fles helemaal tot aan de rand toe met water, zodat er echt geen druppeltje gas meer in de fles zat. Een vriend met een speciale disk zaagde met vereende krachten de bodem eruit en met weer een ander apparaat werden de randen gladgevijld. Gewapend met verfkwasten en blikken metaalverf mocht ik nu eindelijk aan de gang. Zo kreeg de gasfles een mooie gouden kleur en stippelde ik er een mandala op. Een oude hamer werd bekleed met gaas en met een dik touw hingen we onze bel in de nieuwe zendo.
Warm, rokerige klanken
Het moment was daar om de bel voor het eerst uit te nodigen. Ik gaf de eer aan Santi, of eerlijk gezegd ik was te zenuwachtig over hoe de bel het zou doen. Wat als mijn bellenkind niet mooi zou kunnen zingen? In diepe rust stond Santi in zijn besmeurde werkbroek voor de bel en met een sierlijke boog zwaaide de hamer door de lucht en raakte de bel, nodigde hem uit zijn klanken te delen. Diep, warm en rokerig spreidde de bel zijn vleugels, galmde door de zendo en verder het land over, zachtjes raakte hij de grassprieten aan en zwierde langs de bomen, via de vleugels van een vogel zweefde hij verder en verder de heuvels in.
Santi en ik hielden onze adem even in, onze harten werden warm, daarna lieten we onze uitademing meevoeren op de op de zingende echo’s van onze prachtige poor men’s temple bell.