In deze korte lezing uit 2002 gaat Thich Nhat Hanh in op de vraag wat er met ons gebeurt als we doodgaan. Hij doet dit met behulp van het voorbeeld van een kaarsvlam. Hij laat ons zien dat we in elk moment van ons leven aankomen en gaan.
Hij gaat in op zijn eigen beoefening om negativiteit te transformeren, zodat hij met zijn positieve gedachten, woorden en daden zijn voortzetting kan vinden in ons. Het belang hiervan wordt geïllustreerd door het Vietnamese spreekwoord: “Als de vader zout eet, moet de zoon veel water drinken”. Hierbij staat de vader voor negatieve gedachten, woorden en daden. De zoon staat voor de gevolgen hiervan.