Tegenwoordig lijkt bijna iedereen wel een meditatie-app op zijn telefoon te hebben. Voor veel millennials en Gen Z’ers is dat zelfs de eerste kennismaking met mindfulness en meditatie. Ook in de Amsterdamse Wake Up Sangha merk ik dat terug: wie nog nooit van Plum Village heeft gehoord, vertelt vaak dat een app, een podcast of een YouTube-video de eerste stap was.
En dat is waardevol. Meditatie-apps bieden vaak kwalitatief goede begeleiding en maken mindfulness toegankelijker dan ooit. Ze zijn een zegen voor wie nieuwsgierig is naar meditatie. Nieuwe technologieën kunnen ons veel brengen, en ik geloof dat we ze mogen omarmen. Tegelijkertijd is er één belangrijk punt waarop ze tekortschieten – een ‘elephant in the room’. Waar is de sangha??
Mindfulness als individueel project
In een introductievideo van een grote meditatie-app wordt mindfulness uitgelegd als iets dat te vergelijken is met naar de sportschool gaan: je “traint je brein”. Meditatie wordt zo vooral gezien als een tool om efficiënter en effectiever te functioneren. Daarmee wordt mindfulness gereduceerd tot een heel individualistisch project.
Maar meditatie is méér dan dat. Wat geen app kan vervangen – ook de nieuwste AI-varianten zoals de ‘BuddhaBot’ niet – is het samen oefenen en het vormen van een gemeenschap: een Sangha. Een AI kan je prima uitleggen wat de leer van de Boeddha inhoudt, maar samen in een kring zitten, ademen in stilte, en je verbonden voelen met anderen – dat kan technologie niet bieden.
De kracht van samen beoefenen
Collectieve beoefening is zo oud als de Boeddha zelf. Een gemeenschap van beoefenaars wordt in het boeddhisme niet voor niets gezien als één van de drie juwelen, naast de Boeddha en de Dharma. Zonder Sangha is het pad onvolledig. Het samenkomen, het delen van ervaringen, het voelen van steun en verbondenheid: dat zijn essentiële elementen van de weg naar begrip en bevrijding.
Thich Nhat Hanh schreef ooit dat “de volgende Boeddha een Sangha zal zijn.” Daarmee bedoelde hij dat verlichting in de toekomst niet zozeer door één individu belichaamd zal worden, maar in de kracht van de gemeenschap. Dat idee is actueler dan ooit. We leven in een tijd van grote collectieve uitdagingen, zoals klimaatverandering en maatschappelijke polarisatie. Zulke problemen kunnen we niet in ons eentje oplossen. Daarvoor hebben we een collectief ontwaken nodig – en dat begint bij samen oefenen.
Een gemeenschap als bron van steun
Juist daarom hebben we de Sangha vandaag harder nodig dan ooit. Een gemeenschap biedt bedding, voeding en inspiratie. Alleen oefenen kan waardevol zijn, maar samen oefenen tilt onze beoefening naar een ander niveau. Het helpt ons om niet te verdwalen in individualisme, maar steeds opnieuw terug te keren naar verbinding: met onszelf, met elkaar en met de aarde.