Skip to main content

Mindfulness
in de traditie van Thich Nhat Hanh

21 januari 2025

Het verhaal van een rivier

Door Jacqueline van den Bosch

Dit is het verhaal van een rivier, een verhaal over vriendschap sluiten met je eigen natuur en over de moed om oude opvattingen en gewoontes achter je te laten. Het originele verhaal is van Thay, ‘mijn’ versie is een bewerking. Op de website van Leven in Aandacht staat een vertaling van het orgineel.

In november kregen wij, kennismakersgroep van de orde van interzijn, een opdracht om na te gaan wat de begrippen openheid, vrijheid van denken, niet gehecht zijn aan opvattingen en de beoefening hiermee in mij oproepen.

Zulke grote woorden. Ik zoek vaak steun in verhalen, muziek en poëzie om me te laten raken. Het liefst verstild en eenvoudig. Zoals hoe ‘Go as a River’ Joe Holtaway het met zijn gitaar uitvoert. Of het verhaal van Thay ‘The story of a River’. Ik ben het voor mezelf gaan vertalen en heb eigen woorden uitgekozen, woorden die mij voor mij openheid, vrijheid van denken en niet gehecht zijn aan opvattingen invullen. Zo dansen de woorden met elkaar en met mij.

Het verhaal van een Rivier

Geboren op de gletsjer danst de bergbeek haar weg naar beneden. Zij klatert bergafwaarts, soms kabbelend, soms bulderend. Zo bezingt ze haar reis. Het stromende water is haar natuur. Aankomen in de prachtige blauwe oceaan en daarmee één worden is haar missie. Steeds verder bergafwaarts, springend van steen naar steen, langs almen, doorheen bloemenweiden, wordt zij een smalle rivier. In het dal aangekomen, slingert zij zich een spiegelende weg door het glooiende landschap. Zij verbreedt zich, haar stroming wordt kalm. Maar de jonge rivier is niet gelukkig. ‘Waarom stroom ik niet meer snel, zoals toen ik nog een bergbeek was? Hoe kom ooit bij de diepe blauwe zee? Als bergbeek wilde zij niets liever dan een rivier zijn, maar als rivier is zij evenmin gelukkig.

Op een dag ziet zij spiegelend in haar waterstroom wolken verschijnen, hun prachtige vormen en kleuren identiek als in de lucht. ‘Wat een vrijheid! Hoe fijn het is een wolk te zijn!’ Urenlang bewondert de rivier de wolken in de lucht, want de een is nog mooier dan de ander. ‘Als rivier ben ik log en traag en ervaar ik veel stress. Ik vind mijn eigen verschijning niks, wat zou ik graag een wolk zijn.’ Vanaf dat moment let de rivier alleen nog op de wolken en hun prachtige verschijning in haar water. Ze moet om hen lachen, maar ook veel huilen, want de wolken komen maar blijven nooit heel lang: ‘ze weerschijnen in mijn water maar vertrekken alweer snel. Geen wolk blijft mij ooit trouw, geen een brengt mij geluk of vrede. Wolken zijn verraderlijk!’

Zo komt de rivier erachter dat het grote verlangen naar de wolken in de lucht, gepaard gaat met wanhoop en met leed. Zij raakt dan diep ongelukkig.

Op een middag steekt er een harde wind op, die alle wolken verjaagt, de lucht één lege ruimte. Zonder wolken wordt de eenzaamheid van de rivier ondraaglijk groot. Haar leven voelt zo zwaar dat zij besluit dat zij liever de dood verkiest. Maar hoe kan een rivier sterven? Hoe word je van iets niets? Van iemand niemand? Is dat mogelijk?

Het wordt nacht. Maar de rivier kan niet slapen. Zij hoort het geluid van haar eigen stromende water, het klotsen, het borrelen, haar stroming over zandige oevers, stenige rotsen, tegen gemetselde bruggen en overhangende boomtakken. Zonder dat ze er erg in heeft, begint ze er stilletjes naar te luisteren. Zo hoort ze voor het eerst haar eigen innerlijk geluid. Al luisterend realiseert ze zich dat het water dat zij is, niet anders is dan de wolken. Haar eigen natuur omvat ook de wolken. Wat zij steeds had nagejaagd, was al in haar aanwezig. Ontdaan van de neiging om achter luchtspiegelingen aan te gaan, iemand anders proberen te zijn dan wie ze was, kan de rivier, eindelijk, een diepe vrede met zichzelf sluiten. Er komt een gevoel van kalmte in haar en een intens gevoel van dankbaarheid. En zo stopt de rivier eindelijk met zich zorgen maken over wie ze is of graag had willen zijn, en kan ze zich overgeven aan een lange diepe slaap.

De volgende ochtend bij het ontwaken, ziet de rivier iets reflecteren in het water. Dit keer geen wolken, maar een verbluffend blauwe hemel. ‘Wat is de open lucht prachtig! Hoe sereen, verwelkomend en vrij!’ Hoe kan het zijn dat ik dit nooit eerder heb gezien, want geen wolk kan bestaan zonder de hemel waaraan zij verschijnt?’ Voor de wolken is de hemel hun thuis en de rivier voelt hoe bijzonder het is om dat inzicht aan te kunnen raken. Dit besef brengt de rivier stabiliteit en ware vrede. Zij is thuisgekomen.

In de middag, toen de wind was gaan liggen, komen de wolken terug aan de hemel. Eén voor één verschijnen ze. De rivier, een stukje wijzer geworden, verwelkomt iedere wolk met een glimlach. Het zijn dezelfde wolken, met dezelfde kleuren en vormen maar ook weer niet. De rivier voelt niet langer de neiging om een wolk te willen zijn, ze na te jagen of ze te willen bezitten. Zij geniet van hun weerschijn in haar water en zij ervaart grote vreugde en er komt een gevoel van liefdevolle vriendelijkheid in haar. En wanneer de wolken aan het einde van de dag weer verdwijnen, raakt de rivier niet verdrietig en voelt ze zich niet verlaten. Ze zwaait naar de wolken, ‘dag lieve wolken, heb een hele goede reis!’. Deze dag is een gelukkige dag.

Die nacht opent de rivier haar hart voor de hemel en komt er een bijzondere verschijning in haar water. Het is de maan. De rivier geniet intens van haar bescheiden glimlach en van haar verfrissend helder licht.

Het meest zichtbaar is de volle maan wanneer zij verschijnt aan een lege hemel en het mooist weerspiegelt zij in het water van levende wezens dat kalm is, want zo is de hemel volledig beschikbaar voor de maan. En de rivier in wie de maan weerspiegelt… die ervaart vrijheid en geluk. Wat een feest! Voor iedereen! Hemel, wolken, maan, sterren en water in oneindige vrede. Zij hoeven niets meer te bereiken, zelfs de oceaan niet. En de rivier? Die stroomt…rustig voort…