Jana – Serendipiteit en de kunst van het “ja” zeggen
Door Jana Verboom
Dat ik op een dag in 2013 thuiskwam met een boek van Thich Nhat Hanh was het gevolg van een reeks toevallige omstandigheden. Je zou kunnen zeggen: serendipiteit. Dit woord is afgeleid van een Persisch sprookje over de prinsen van Serendip die avonturen beleefden vertrouwend op een combinatie van toeval en intelligentie. Ik heb sterk het gevoel dat serendipiteit een rol speelt in mijn leven. Veel van wat ik doe (hobby’s, maar ook meditatie) komt omdat ik bij toeval ergens iets tegenkwam op mijn pad, en ik daarna in actie kwam omdat het bij me resoneerde. En ik “ja” zei tegen een kans die zich voordeed.
Laat ik mijn terugblik beginnen midden jaren ’90. Na de geboorte van mijn jongste zoon was mijn schildklier er mee opgehouden. Het ging niet goed met mij, maar iedereen, inclusief de huisarts, dacht: twee kleine kinderen, drukke baan, weinig slaap, geen wonder dat ze altijd moe is. Bij toeval sloeg ik ergens in een wachtkamer een damesblad open en las over hypothyroïdie, trage schildklier. Het kwartje viel. Ik ging naar de dokter, en inderdaad: nauwelijks nog schildklierhormoon in mijn lijf. Heel toevallig kwam ik rond die tijd in mijn dorp een moeder tegen die ik kende van zwangerschapsgym. Ik vertelde over mijn trage schildklier en zij vertelde dat ze in opleiding was tot natuurgenezer en mij graag wilde behandelen, als ‘proefkonijn’ en ik werd zo een van haar eerste patiënten. Zij werd mijn eerste boeddhistische leraar, ze heeft me leren mediteren. Na een poosje ben ik om diverse redenen bij haar gestopt, maar het zaadje was geplant, en rond die tijd zag ik heel toevallig dat er in ons dorp yoga werd gegeven. Ik had nog nooit yoga gedaan, maar het leek me aan te sluiten bij wat de natuurgenezer mij had geleerd. Via mijn yoga juf ben ik rond de eeuwwisseling in contact gekomen met een leraar meditatie en (Tibetaans) boeddhisme, ze dacht dat dat wel iets voor me zou zijn. Ik had problemen met mijn concentratie, ondanks schildkliermedicatie, en ik heb een tijdje zijn lessen gevolgd in de hoop me beter te kunnen concentreren, totdat ik in 2003 weer een baby kreeg en andere dingen aan mijn hoofd had. Ik ben toen ook tijdelijk gestopt met mediteren.
Rond 2010-2012 vonden er enkele schokkende gebeurtenissen plaats in mijn leven. Omdat ik nooit geleerd had om op een gezonde manier met mijn emoties om te gaan ben ik mezelf gaan troosten met eten. In mijn familie was en is dat een gewoonte: als je pijn hebt of verdriet, troost je jezelf – of word je getroost – met eten. Daardoor worstelde ik al van jongs af aan met mijn gewicht. Als het niet goed met me ging kwam ik aan, en tegen 2013 was ik wel 10 kilo aangekomen. Toevallig las ik toen ergens iets over ‘mindful eten’, ik had in een of andere nieuwsbrief iets zien staan over een boek en dacht dat dat misschien iets voor me zou kunnen zijn. Maar ik had geen zin om portokosten te betalen en ging, toen ik toevallig toch in de grote stad was, op zoek naar dat boek. Het boek dat ik zocht vond ik niet, maar mijn oog viel wel op het boek Proef! Van Thich Nhat Hanh en Lilian Cheung, en hoewel ik Thay toen alleen nog vaag van naam kende besloot ik toen maar dat boek te kopen.
Dus eigenlijk ben ik in contact gekomen met het gedachtengoed van Thay omdat ik wilde afvallen, en alle condities op een gegeven moment bij elkaar kwamen. Omdat ik nooit geleerd had om met mijn emoties om te gaan, en omdat ik een hongerig innerlijk kind had, maar dat wist ik toen nog niet. Het is moeilijk om te omschrijven wat ik voelde toen ik eenmaal dat boek begon te lezen. Ik weet nog precies waar ik was: ik begon aan het boek tijdens een reis voor mijn werk naar Dublin. In Dublin kocht ik mijn tweede boek: Reconciliation (Healing the inner child). Het voelde als thuiskomen. Het was alsof het gedachtengoed van Thay, de dharma, datgene was waar ik mijn hele leven, zonder het te weten, naar op zoek was. Zo fijn voelde dat! Eindelijk had ik mijn leraar gevonden, terwijl ik niet eens wist dat ik er een zocht.
Thay schrijft in al zijn boeken dat je op zoek moet gaan naar een sangha. Ik zag dat eerst niet zitten, ik beschouwde mezelf niet als een groepsmens en ik had bepaalde vooroordelen. Maar uit nieuwsgierigheid googelde ik op een gegeven moment toch even of er een sangha in de buurt was, dat was zo, en heel toevallig zag ik dat de contactpersoon een collega van me was. Ik ben toen een kopje thee met hem gaan drinken en hij zette me op de wachtlijst. En zo ben ik eind 2013 uiteindelijk bij een sangha gekomen, sangha Wageningen en omstreken. Het voelde als een warm bad. Toen ging het snel: twee zomerretraites in het EIAB volgden, het aannemen van de Vijf Aandachtsoefeningen, meer boeken, Dagen van Aandacht, en nu het OIAG traject (Orde van Interzijn Aspiranten en Kennismakers Groep). En dat allemaal omdat ik door een reeks van toevallige gebeurtenissen en samenloop van omstandigheden, ik noem het serendipiteit, stapjes heb gezet om te komen waar ik ben. Door af en toe “ja” te zeggen tegen iets dat op mijn pad kwam en goed voelde.
Nog zo’n toevalligheid: ik moet ergens in 2013 een keer gegoogeld hebben wat boeddhisten eigenlijk eten. Zo kwam ik terecht bij een receptenrubriek in het Boeddhistisch Dagblad. Een paar geweldige recepten, toen hield het op, omdat de auteur van die stukjes gezondheidsproblemen had gekregen. Ik heb toen de stoute schoenen aangetrokken en aangeboden dat ik de rubriek, B’eter, een tijdje zou op me nemen. En zo schrijf ik af en aan al tien jaar stukjes voor het Boeddhistisch Dagblad. Dat is opgemerkt door de samenstellers van de LIA nieuwsbrief, die me gevraagd hebben voor dit blog. Dus ik zie een heel kralensnoer van toevallige gebeurtenissen die mij uiteindelijk gebracht hebben waar ik nu sta. Lang leve de serendipiteit! Misschien kun jij, lezer van dit blog, ook af en toe het toeval toelaten in je leven en “ja” zeggen tegen iets nieuws. Iedereen heeft het altijd over “nee” leren zeggen. Dat is ook belangrijk. Ook voor mij is dat een uitdaging: de juiste balans vinden tussen “ja” en “nee”. Maar toch wil ik er hier voor pleiten om af en toe ook eens “ja” te zeggen. En ik ben benieuwd waar de serendipiteit me in de toekomst nog brengt.