Make Peace before the Sun goes down
Door Jacqueline van den Bosch
De woorden Make Peace before the Sun Goes down komen van Paulus de apostel. Hoewel hij onterecht beschuldigd werd en in een beruchte gevangenis in Rome zat opgesloten zonder enige vorm van proces, vertelde hij de mensen dat ze, ondanks dat ze zich boos mochten voelen over het onrecht dat hen was aangedaan, iedere dag moesten proberen om hun pijn te transformeren en vrede te sluiten.
Wanneer we vrede sluiten in onszelf, verrichten we een heldendaad want dan is er tenminste een klein beetje extra vrede in de wereld. Paulus zou de Marmertijnse gevangenis nooit meer verlaten, hij stierf er na twee jaar. Nu kun je er als toerist terecht.
Zijn woorden haalden de bijbel en werden de titel van een recent boek. "Make Peace before the Sun goes down" dat gaat over de mysticus, trappistenmonnik en vredesactivist Thomas Merton. Merton was een tijdgenoot van Thay en trok zich het leed van de oorlog in Vietnam en het lot van Thich Nhat Hanh diep aan. Merton zag dat Thay's kritiek op de rol van de Verenigde Staten in Vietnam hem een doelwit maakte en dat wanneer Thay terug naar Vietnam zou moeten, hij zijn leven niet zeker zou zijn. Merton riep de Amerikaanse overheid op om Thich Nhat Hanh te beschermen: "(…) als Nhat Hanh naar zijn thuisland moet, hoe zal het hem dan vergaan? (…) Dat hij pleit voor het beëindigen van alle vijandigheden, zal hem een verrader maken in de ogen van iedereen die een persoonlijk belang heeft dat de oorlog voortduurt. Nhat Hanh zijn toekomst is gevangenschap, marteling en zelfs de dood. We kunnen niet toelaten dat hij terug moet naar Saigon en daar vernietigd wordt."
Thomas Merton begreep als geen ander de diepere betekenis van Paulus’ advies. Thomas Merton botste door zijn moderne ideeën over zijn spirituele beoefening veelvuldig met zijn abt. Merton voelde zich door hem gekapitteld en bekneld. Het boek "Make Peace before the Sun goes Down" gaat over de relatie tussen de twee mannen, die tijdens hun leven tot elkaar waren veroordeeld en de ander, ondanks hun wederzijds respect, vaak en veel verwond hebben, Het telkens weer bijleggen bleek vele malen moeilijker dan al hun getwist. Thomas Merton putte inspiratie uit Paulus' woorden en realiseerde zich dat "vrede sluiten vereist dat we helden worden want het vereist de moeilijkste offers van onszelf". Hoewel de boodschap van Paulus op het eerste gezicht simpel oogt: niet boos naar bed (zoals je moeder altijd zei), is het de nadruk op de zonsondergang die de diepgang ervan weergeeft: om vrede te kunnen sluiten is het onze eigen dagelijkse beoefening die de sleutel tot succes is, niet ons gelijk en niet de 'sorry' van de ander, en dat is geen sinecure.
In zijn gedicht Please call me by my true names, in het Nederlands prachtig vertaald door Eveline Beumkes in "Noem me alsjeblieft bij mijn ware namen" (ook te vinden op de site van Leven in Aandacht), wijst Thich Nhat Hanh op de onontkoombaarheid van onze menselijke neiging om elkaar pijn te blijven doen. Hij doet dat aan de hand van het leed van Vietnamese bootvluchtelingen en van één meisje van twaalf jaar in het bijzonder. Het incident greep Thay diep aan:
Zeg niet dat ik morgen zal vertrekken,
want zelfs vandaag kom ik voortdurend aan.
Kijk goed: ik arriveer elke seconde
als een knop aan een lentetak,
als een jong vogeltje met tere vleugels,
dat leert zingen in zijn nieuwe nest,
als een rups in het hart van een bloem,
als een juweel verborgen in een steen.
Ik blijf komen om te lachen en te huilen,
te vrezen en te hopen.
Het kloppen van mijn hart is de geboorte en de
dood van al wat leeft.
Ik ben het eendagsvliegje dat zich aan het oppervlak van de rivier ontpopt
en ik ben de vogel die, als de lente komt, precies op tijd is
om het vliegje op te eten.
Ik ben de kikker die vrolijk rondzwemt in het heldere water van de vijver en ik ben de ringslang die onhoorbaar nadert en zich met de kikker voedt.
Ik ben het kind in Oeganda, vel over been,
mijn benen zo dun als bamboestokjes
en ik ben de wapenhandelaar
die moordwapens aan Oeganda verkoopt.
Ik ben het twaalfjarige meisje,
vluchteling op een klein bootje,
dat zich in zee werpt,
nadat ze verkracht is door een zeepiraat.
En ik ben de zeepiraat, mijn hart nog niet in staat tot
begrijpen en liefhebben.
Ik ben een lid van het Politbureau,
met onbeperkte macht in mijn handen.
En ik ben de man die,
langzaam stervend in een heropvoedingskamp,
zijn ‘bloedschuld’ aan zijn volk moet betalen.
Mijn vreugde is als de lente, zo warm
dat zij bloemen doet bloeien langs alle paden van het leven.
Mijn pijn is als een rivier van tranen, zo vol
dat zij de vier oceanen vult.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen
zodat ik al mijn huilen en lachten tegelijk kan horen,
zodat ik kan zien dat mijn vreugde en pijn één zijn.
Alsjeblieft, noem me bij mijn ware namen,
zodat ik kan ontwaken
en de deur van mijn hart open kan blijven,
de deur van mededogen.
Thay is niet naïef, hij heeft het niet over één ware natuur die 'goed' of 'slecht' is, maar drukt onze aard uit in het meervoud: hij omarmt al onze ‘ware namen’. Thich Nhat Hanh's dichtkunst (en ook het lied dat van het gedicht is gemaakt - prachtig uitgevoerd door Joe Holtaway) getuigt van ongekend vermogen tot helende communicatie: Thay wijst ons eerst, net als Paulus en Merton, voorzichtig maar onmiskenbaar op onze menselijke aard, die van dader en van slachtoffer, het een nooit zonder ook het ander. Maar het is het toelaten van deze rauwe realiteit, dat allesomvattende meervoud, zegt Thay, dat de deur opent tot ons gevoel van mededogen, 'the door of compassion'.
Thay's dichtkunst is voor mij een belangrijk hulpmiddel bij mijn nogal eens haperende mindfulness: lieve mens, accepteer nou toch dat we elkaar verwonden, je kunt je er miserabel over voelen, de spijt in jezelf toelaten wanneer je je weer eens de zeepiraat voelt, maar dat betekent niet dat het erna nooit meer gebeuren kan, sterker nog, het is een gegeven dat je ooit weer 'kwaad' ontmoet, misschien zelfs morgen al, laat nou dat ongemakkelijke besef over jezelf in jezelf toe, want alleen dan, juist dan, ben je in staat om vrede te kunnen sluiten. En gelukkig, gelukkig! is er dan ook nog Merton, die eerlijk zegt dat ondanks zijn jarenlange beoefening als monnik, juist die realisatie in jezelf toelaten verduvelde moeilijk kan zijn maar dat dit geen reden is om het niet iedere dag weer te proberen. En dus, beginnen we, in de woorden van Paulus, nog voor iedere zonsondergang weer opnieuw, 'vrolijk' zoals we dan in Nederland zeggen, lopen we overdag in mindfulness over de aarde, maken we desondanks gruwelijke ruzie, en, beseffend dat we even onveranderlijk zijn als de zon die iedere dag opnieuw opkomt en weer ondergaat, sluiten we weer vrede. Zoals Thomas Merton en zijn abt deden, die elkaar een leven lang kwijtraakten en steeds opnieuw durfden uit te reiken naar de ander.