Skip to main content

Mindfulness
in de traditie van Thich Nhat Hanh

23 augustus 2024

Minimalisme (2)

Door Jana Verboom

Ik adem in, ik adem uit
Ik adem in, ik adem uit
Ik bloei open als een bloem
Ik ben fris als de dauw
Ik ben stevig als een berg,
Ik ben de aarde gelijk
Ik ben vrij

Thay heeft ons geleerd dat we geluk en vreugde kunnen opwekken door simpelweg in aandacht in- en uit te ademen. Maar onze consumptiemaatschappij zendt de hele dag een ander soort boodschappen onze kant op: “koop dit jurkje, koop dit parfum om je op te fleuren!”, “koop deze deodorant of douchegel om je fris te voelen!”, “doe deze cursus, kom naar de sportschool om je stevig te voelen!”, “koop deze auto, koop deze kampeerspullen om je vrij te voelen!”. Uiteraard zijn dit schijnoplossingen.

Vorige keer schreef ik over mijn verlangen naar een eenvoudiger leven, met minder consumptie, minder spullen, meer aandacht. Ik besloot te beginnen met mijn kleding. Door het schrijven van het blog dacht ik een mooie stok achter de deur te hebben om nu eens dóór te pakken.

Ik had gelezen over de ‘capsule wardrobe’, dat is een kleine verzameling kledingstukken van goede kwaliteit die je op veel verschillende manieren kunt combineren. Dat wilde ik ook! Een capsule wardrobe bestaat meestal uit 25-37 items - ondergoed, sportkleding en pyjama’s niet meegerekend. Vorige keer schreef ik over Youhem Son die genoeg heeft aan 15 kledingsstukken: dat is extreem minimalisme. Bewonderenswaardig maar voor mij te extreem. Maar het halveren van mijn spullen, dat moest toch kunnen? Minimalisme light.

Ik bedacht dat ik als kind en tiener in de jaren ‘70 zo’n capsule wardrobe had. Dat had niks met minimalisme te maken maar alles met armoede en zuinigheid. Zo had ik altijd maar één goede spijkerbroek. Ik kreeg pas een nieuwe als ik eruit gegroeid was, of de broek tot de draad versleten was. Daarnaast had ik dan nog één of twee andere broeken, vaak werden die door mijn moeder genaaid op haar naaimachine met patronen uit de Burda. Naast lange broeken had ik denk ik één, hooguit twee korte broeken, twee rokken, één of twee zomerjurken en een handvol T-shirts en één of twee bloesjes. Een trui, een vest, en dat was dat. Op vakantie moesten we iedere week wassen (met de hand, in een tobbe), want na een week was de schone kleding op. Hoe anders is mijn situatie nu!

Voor mijn kledingcampagne haalde ik al mijn kleding uit de kast, wasmand, en stapeltjes en sorteerde deze: broeken bij broeken, rokken bij rokken, T-shirts bij T-shirts enzovoort. Ik besloot me even te beperken tot de zomerkleding, de dikke warme winterkleding parkeer ik in de lente in een aantal grote blauwe tassen van de bekende meubelwinkel, die komt nog wel aan de beurt. Het resultaat van deze actie was een verzameling van ongeveer honderd kledingstukken waarvan ik ruim de helft nooit of bijna nooit draag. Honderd! Ik schrok er zelf van! Mijn doel was om de helft weg te doen. Maar welke helft? Ik moest lastige keuzes maken. Het raakt aan de vraag: wie ben ik? Wie wil ik zijn? Dat vind ik een lastige.
Mijn kledingcampagne kreeg een onverwachte wending toen ik op Marktplaats drie T-shirts uit Plum Village met calligrafieën van Thay tegenkwam. Iemand deed ze weg, het was een koopje. Ik kocht ze alle drie en gaf er een weg aan een mede-beoefenaar. Niet lang daarna kwam ik in de kledingtas van The Clothing Loop – waar ik vorige keer over schreef – een mooie bruine broek tegen die perfect paste bij de Plum Village T-shirts. En van mijn moeder kreeg ik een mooie katoenen jurk die ze niet meer paste. Dus mijn campagne om kleding te minderen begon met vier nieuwe items! Ik moest een beetje om mezelf lachen: dit vatte ongeveer mijn probleem samen. Koopjes op Marktplaats najagen en geen nee kunnen zeggen tegen gratis aangeboden kleding.

Wel nam ik afscheid van een vijftiental kledingstukken die beter bij een jonger en slanker iemand passen: jurken en shirts met spaghettibandjes, korte rokjes, strakke jurkjes. De kans dat ik op korte termijn 5 kilo zou afvallen, zodat ze weer goed zouden passen, achtte ik klein. En jonger word ik sowieso niet. Beter dat een ander er plezier van heeft. Ook van een tiental stukken kleding van synthetische materialen kon ik afstand doen, omdat ik om diverse redenen kleding van natuurlijke materialen wil dragen. Onder andere omdat synthetische kledingstukken bij het wassen microplastics lekken die in water, bodem en lucht terecht komen en onze oceanen vervuilen. Het is beter voor Moeder Aarde om natuurlijke materialen te dragen en die niet te vaak, met natuurlijke wasmiddelen te wassen.

In plaats van honderd stuks kleding zat ik nu op ongeveer 80 (vier erbij, 25 weg). Maar mijn doel was om in twee maanden tijd mijn kleding te halveren. Het vlotte niet erg zo.

Nu ben ik iemand die goed voor haar spullen zorgt. Kleding moet bovendien gebruikt worden, niet ongedragen in de kast liggen of hangen. Zo heb ik met mezelf afgesproken dat ik kledingstukken ófwel ga dragen en koesteren ófwel weg doe. Daardoor ben ik kleding gaan dragen die al meer dan tien jaar ongedragen in de kast hing - en die ik daarom in eerste instantie op de stapel om weg te doen had gelegd. Twee door de zon verbleekte kledingstukken en twee items in heftige kleuren die ik niet meer droeg: via The Clothing Loop kwam ik in contact met iemand die zelf kleding verft. Ze heeft deze vier kledingstukken voor me geverfd en ze zijn weer als nieuw! Mooie, linnen kleding die nu weer behoort tot mijn basisgarderobe. Maar welke vier andere items deed ik in plaats daarvan weg?

Er ontstond weerstand. Ik merkte dat ik het moeilijk vond om kleding los te laten. Ik voelde en voel gehechtheid, in het bijzonder aan kleding die ik al lang heb. Komt het door mijn jeugd, waarin ik me soms schaamde voor mijn door mijn moeder genaaide broeken, als mijn enige spijkerbroek in de was zat? Thay schrijft in zijn boek ‘Angst’ over onze oorspronkelijke angst en ons oorspronkelijk verlangen en hoe die leiden tot het verzamelen van geld, macht en eigendommen. Dat het het kleine bange kind in ons is dat bang is dat het niet genoeg zal hebben om te overleven. Hamsteren als coping mechanisme. Maar ik ben geen kind meer en ik heb al die kleding niet nodig om me veilig te voelen.

Ik besluit om dit gevoel van gehechtheid de komende tijd te omarmen en te bestuderen. Dus te luisteren naar het kleine bange kind en niet te streng te zijn voor mezelf. Van 100 naar 50 kledingstukken – en later naar 25? - is nog steeds mijn doel maar ik neem er de tijd voor. Een simpele garderobe bestaande uit echt mooie, duurzame kledingstukken van natuurlijke materialen zoals linnen is nog steeds mijn doel. Naar minimalisme dus, niet radicaal maar met kleine stapjes. De kunst van het loslaten, zoals Thay dat noemt: voor mij een kunst die ik deels nog moet leren. En dat is oké. En ondertussen moet ik de rest van het huis ook onder handen nemen; want kleding is nog maar het topje van de ijsberg. Het is me alvast gelukt om de afgelopen maanden niks nieuws te kopen – met uitzondering van de tweedehands Plum Village T-shirts op Marktplaats. Op vakantie heb ik alle souvenirwinkels links laten liggen, en genoten van de bloemen, het water, de bergen. En voelde ik me fris, stevig en vrij. En terwijl ik dit stuk schreef, en herschreef, lukte het om met nieuwe inspiratie weer een tiental items los te laten en door te geven aan een nieuwe eigenaar. Kleine stapjes richting een eenvoudig leven. Ik denk vaak aan de anekdote die Thay graag deelde in zijn lezingen, over de boer die aan de Boeddha en zijn volgelingen vroeg of zij soms zijn koeien hadden gezien. Zijn oogst was mislukt, zijn koeien waren weggelopen, hij was ten einde raad. De Boeddha zei tegen de boer: ”nee vriend, wij hebben je koeien niet gezien”. En tegen zijn volgelingen: “wat boffen wij toch dat we geen koeien hebben om te verliezen” – of iets van die strekking. Na deze anekdote nodigde Thay zijn toehoorders steevast uit om na te denken over hun eigen ‘koeien’ en welke we beter kunnen loslaten. Ik heb nog behoorlijk wat ‘koeien’ om los te laten. Met mijn hoofd besef ik: hoe minder ‘koeien’, hoe meer vrijheid.

Wordt vervolgd.