Racisme bestaat ook binnen de sangha
Door: Judith Sudhölter
Hoe gaan boeddhisten om met racisme? Een rondvraag langs Nederlandstalige sangha’s laat zien dat expliciete discriminatie of racisme nauwelijks voorkomen. Maar op een subtiel niveau is er wel sprake van institutioneel racisme.Bovendien zijn niet-witte mensen binnen het boeddhistische wereldje duidelijk in de minderheid. Hoe komt dat? Waarom voelen niet-witte mensen zich minder thuis? En hoe zouden we onze meditatiegroepen inclusiever kunnen maken?
Judith sprak voor Bodhi met beoefenaars en begeleiders van verschillende Vlaamse en Nederlandse sangha’s. De oplossing die uit vele monden klinkt: maak dit thema bespreekbaar, hoe eng of lastig het ook is. Juist het boeddhisme kan ons helpen ingesleten patronen te herkennen en te doorbreken.
Rinaldo Berghout
“Onze sangha is een fijne plek, waar ik me thuis voel. Dat we samenkomen in een Vietnamese tempel van niet-witte mensen maakt het extra bijzonder”, vertelt Rinaldo Berghout, lid van de Leven in Aandacht sangha, in Almere.
“Toch merkte ik, vooral in het begin, dat ik me afvroeg hoe andere sanghaleden mij ervaren. Wat denken ze over mijn achtergrond? Zouden ze me thuis durven ontvangen zonder zich ongemakkelijk te voelen? Zouden ze me op een feestje kunnen uitnodigen zonder verbaasde blikken uit hun sociale omgeving te krijgen? Ik ben me ervan bewust dat ik zelfs in de sangha achter de ogen van de anderen wil kijken. Net zoals in alle sociale situaties waarin ik me begeef, voer ik een veiligheidsscan uit.”
In zijn sangha heeft Rinaldo gelukkig nooit het negatieve ‘zwart-wit racisme’ meegemaakt.“Maar in een paar ogen heb ik wel een glimp van verbazing gezien. Die glimp heb ik leren herkennen. Ik vind het menselijk. Sanghabezoekers hebben geleerd om snel de mens achter een verschijning te zien. Daar vertrouw ik op en dat straal ik ook uit. Dat werkt. Ook al gaan we na afloop weer terug naar een wereld waar racisme een gegeven is.Ik denk dat het goed zou zijn het onderwerp ‘inclusie’ binnen de sangha te bespreken. Ook al voelen beide partijen weerstand. Het is een gevoelig onderwerp: uit angst voor escalatie raken we het liever niet aan. Ik heb zelf ook vaak weinig zin om het onderwerp aan te zwengelen. Toch is het nodig. Ik denk dat boeddhisme kan helpen om goed naar de ander te luisteren, hoe eng het ook is. Wat mij betreft is de witte mens nu aan zet: ik zou hen graag vragen: Wat doet de Black Lives Matter-beweging met jou? Raak je je bewust van je eigen gedrag? Kom je in actie? Hoe verbreed je je inzicht? Een slogan die je tijdens de BLM-protesten veel hoort is: ‘Wie zwijgt stemt toe’. Daar ben ik het mee eens. Ik zou graag willen horen wat jij doet om de situatie te veranderen.”
Jet van der Graaf
“Ik ben tweede generatie Indisch: mijn moeder is gekolonialiseerd”, vertelt Jet van der Graaf, lid van Leven in Aandacht in Almere. “Witte mensen stonden op een voetstuk in Indonesië: iedereen wilde bij de witte mensen horen. Toen mijn moeder in Nederland aankwam, verwachtte ze volwaardig lid te worden van de maatschappij. Maar dat gaat niet vanzelf: gekoloniseerd gedrag zit in je.Je begeeft je ineens tussen de witte mensen en moet van daaruit je gelijkwaardigheid vinden. Kolonialisme werkt ook in volgende generaties nog door: je ouders en voorouders hebben een enorme invloed op je gedrag en op je gevoel van gelijkwaardigheid. Ook bij witte mensen zit koloniaal gedrag nog in het systeem. Het valt me op dat zij zich vaak overheersend en bepalend gedragen. Aziatische mensen zijn over het algemeen zachter. Beschaafder zou je kunnen zeggen, maar ze trekken zich ook snel terug. Die wisselwerking zit in onze hele cultuur verweven. Ik ervaar dat eigenlijk altijd, dus ook binnen mijn sangha. Expliciete discriminatie of racisme heb ik nooit meegemaakt, de sfeer is heel liefdevol. Maar als bij een bijeenkomst acht van de tien mensen wit zijn, ben ik me daar meteen van bewust. Terwijl ik vermoed dat witte deelnemers dat niet zijn.”
Aan beide zijden is bewustwording nodig om te veranderen. Jet denkt dat boeddhisme ons daarbij kan helpen.
“Het zou goed zijn om het gesprek hierover aan te gaan. Nu doen we dat nog niet. Ik vind het zelf ook moeilijk om uit te leggen hoe het voor mij is. Als ik voor een witte groep sta, ervaar ik een kloof die moeilijk te overbruggen is. Als Aziatische voel ik mij al snel ondergeschikt aan de witte mens: kleiner, kwetsbaarder, anders. Vanuit die positie is het lastig een gesprek te beginnen. Er is ook weerstand, mensen willen er niet aan. Ze zeggen: ‘Maar ik discrimineer niet!’ Mijn reactie is dan: ‘Dat is het ook niet. Het is je gedrag, het zijn je voorouders: het is die VOC-mentaliteit.’ De enige manier om discriminatie echt bij de wortel aan te pakken is: je bewust worden dat de ander het niet expres doet, maar dat er een hele voorgeschiedenis aan vooraf gaat.”
Lees dit artikel verder op Bodhi
Bovenstaande tekst is met toestemming overgenomen van Bodhi, online platform voor boeddhistische journalistiek
Lees ook: bodhitv.nl/mindfulness-en-racisme