Willen
'Ben ik er voor mijn lichaam?' Ik probeer het erg hard, maar raak daarmee buiten mijn lichaam. Proberen is een gevolg van mijn willen en dat lijkt zich wederom losgezongen te hebben van mijn lijf. En dat is nu juist de plek waar ik wil zijn en hoor te zijn om het ‘er-zijn voor mijn lichaam’ daadwerkelijk te doen. Om voor mijn lichaam te zorgen en daarmee in het hier en nu van mijn lichaam aanwezig te kunnen zijn. En niet alleen in het hier en nu van mijn wil.
Maakbaarheid
Mijn wil lijkt zich juist te manifesteren op die momenten dat ik grote onvrede ervaar. Het oplossingsgerichte denken, het idee van de maakbaarheid van mijn welbevinden is zo sterk in mij gevestigd dat het lijden er niet lijkt te mogen zijn.
Klassiekers
'Zie wat er is', 'ben met wat er is', is het eeuwenoude advies aan mediterenden. Maar waarmee vraag ik me af, als zoveel tegelijk zich aandient. ‘Met de veelheid’ zegt de niet-om-een-antwoord-verlegen-zittende slimmerik in mij. Ja, met de veelheid. En hoe doe je dat dan? Ja, ja, door niet te doen.
‘Wat doe je als je niets kun doen?’, ‘Waarheen ga je als je nergens heen kunt?’ zijn de klassieke zenvragen die ik van Ton Lathouwers leerde. En daar komt het antwoord uit een andere traditie: 'Als niet doen wordt gedaan, blijft niets ongedaan', zegt de Daodejing, het wijsheidsboek van de Tao. In de drie woorden van Thay, die de wijsheid van millennia weer eens handzame samenvat: “This is it”.
Het willen gestild
En op het moment dat ik dit denk, hervind ik mijn rust en mijn ademhaling. De glimlach kwam het eerst, de ontspanning erna. De rusteloze geest bevredigd en gerustgesteld, neemt in zijn herwonnen kalmte mijn lichaam mee.
Ik zit op mijn stoel achter de computer en kan er weer zijn: in mijn lichaam met mijn lichaam. Een lichaam dat plots heel andere kanten van zichzelf laat zien. Weg van de pijn en de kwaaltjes, in de rust van een glimlach. Ik zie dat mijn twee wijsvingers dansen over het toetsenbord.
Ik zit op mijn stoel achter de computer en adem in.
Ik zit op de stoel achter mijn computer en adem uit.
Ik weet dat mijn geest kan klagen en kan helen.
Ik weet dat mijn lijf kan kreunen en kan dansen.